Thema Gezondheidsverschillen
iStock
Krachtwerk in de ondersteuning van mensen in langdurige armoede
Hoe verbeteren we de kwaliteit van leven van mensen die langdurig in armoede leven? Welke vorm van ondersteuning helpt daarbij? Die vragen staan centraal in het door NWO/ZonMw-gefinancierde project ‘minder stress en armoede, meer ervaren gezondheid en participatie’.
DOOR Lincy Scholten, Irene Jonker, Renée de Vet en Judith Wolf
Dat langdurige armoede een groot en complex probleem is, is inmiddels bekend. In Nederland leven zo’n 508.000 mensen in langdurige armoede (Van Hulst & Hoff, 2020). Zij hebben niet genoeg geld om in hun levensonderhoud te voorzien en mee te doen in de maatschappij, en vallen daarmee onder het niet-veel-maar-toereikend criterium.
Armoede is echter veel meer dan een gebrek aan geld; het heeft een diepgaande impact op de personen die ermee te maken hebben. Zo ervaren mensen die van weinig geld leven vaak (chronische) stress, voelen ze zich uitgesloten van de maatschappij, hebben ze een grotere kans op fysieke en mentale gezondheidsproblemen, en zelfs een grotere kans om te overlijden (Baigi et al., 2008; Marttila et al., 2010; Naper, 2009). Ondanks de vele aandacht die er is voor armoede, is er nog maar weinig bekend over hoe ondersteuning mensen in langdurige armoede werkelijk vooruit kan helpen.
Passende ondersteuning
De eerste stap in het project, ondersteund door een consortium met gemeenten, ervaringsdeskundigen, organisaties als Movisie, Valente, Stichting Lezen en Schrijven en Voedselbanken Nederland, en uitgevoerd door Impuls – onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van het Radboudumc en Wageningen University & Research, was nagaan wat passende ondersteuning is voor mensen in langdurige armoede.
Daarvoor wendden we ons allereerst tot mensen in langdurige armoede zelf. Via de netwerken van de deelnemende gemeenten – Meppel, Midden-Groningen, Nieuwegein en Nijmegen – kregen we contact met zo’n dertig mensen voor een interview. We vroegen de helft van hen naar hun levensverhalen en de andere helft naar hun wensen voor de toekomst en wat zij nodig hebben om deze wensen te realiseren. Die laatste twee vragen legden we ook voor aan tien ervaringsdeskundigen en begeleiders in het sociaal domein die zich bezig houden met langdurige armoede.
Vrijwel alle deelnemers benadrukten dat, naast passende ondersteuning, structurele veranderingen nodig zijn in de strijd tegen armoede, zoals meer inkomen, een beter overzicht van alle regelingen en eisen die daarvoor gelden, laagdrempeliger toegang tot regelingen en steun, en minder stigma. Ook gingen zij in op de werkzame elementen van ondersteuning door professionals. Dit resulteerde in een ‘checklist’ voor passende ondersteuning (zie kader).
Checklist voor passende ondersteuning
Integraal
De ondersteuning zet in op meerdere leefgebieden tegelijkertijd. Ook houdt de ondersteuning rekening met zaken in de levens van mensen die vooruitgang kunnen faciliteren of juist in de weg kunnen staan, zoals eerdere negatieve ervaringen met de hulpverlening.
Sensitief voor stress, trauma, cultuur, stigma en schaamte
De ondersteuning vormt geen extra bron van stress, maar helpt mensen juist om in kleine stappen aan hun doelen te werken, zonder deadlines en met zo min mogelijk administratieve last om zaken geregeld te krijgen. De ondersteuning is dus ook laagdrempelig toegankelijk. Daarnaast is het belangrijk dat begeleiders weten welke impact langdurige armoede heeft op mensen, signalen leren herkennen van trauma, schaamte en stigma, en zich bewust zijn hoe hun eigen houding en handelen in de ondersteuning deze gevoelens van schaamte en stigma oproepen en versterken.
Zelfregie
Wat wil jij? En wat kan jij? Die vragen vormen het startpunt van de ondersteuning. Mensen bepalen zelf aan welke doelen zij in de ondersteuning willen werken. Daarbij ligt de focus op hun krachten en mogelijkheden in plaats van op hun tekortkomingen. Dat betekent uitgaan van de unieke persoon, diens levensverhaal en actuele situatie, en dus maatwerk leveren.
Gelijkwaardigheid en vertrouwen
De relatie tussen inwoner en begeleider gaat uit van respect, gelijkwaardigheid, onvoorwaardelijke steun en positieve bekrachtiging, en van vertrouwen in de inwoner en het proces. Begeleiders stellen zich open en onbevooroordeeld op en nemen voor ieder voldoende tijd. Mensen willen gezien en gehoord worden. Begeleiders kunnen hieraan bijdragen door hen alle ruimte te bieden om hun vertaal te vertellen en hier met begrip en compassie op te reageren.
Ervaringskennis
De ondersteuning maakt gebruik van mensen met levenservaring, ervaringskennis of ervaringsdeskundigheid. Bij deze mensen is er als vanzelf al een klik, openheid en begrip.
Op basis van een zoektocht in de internationale en nationale literatuur, maakten we een overzicht van bestaande, onderbouwde interventies bij langdurige armoede en chronische stress. Interventies die aan de checklist voldeden en binnen de looptijd van het project konden worden geëvalueerd, noteerden we. Slechts acht interventies bleven op de zeef liggen (De Vet, Scholten & Wolf, 2021). Deze werden voorgelegd aan de in het project deelnemende gemeenten. Na meerdere sessies, waarin de gemeenten scherp probeerden te krijgen welk van deze interventies het beste paste bij welk team, viel de keuze op Krachtwerk, een krachtgerichte basismethodiek die inwoners ondersteunt bij hun herstel (Wolf, 2016).
Re-integratieconsulenten, intakeconsulenten, participatiecoaches en begeleiders van een vrouwen supportgroep volgden de vierdaagse basistraining van Krachtwerk en ontvingen coaching-on-the-job. Voor dat laatste sloot een Krachtwerktrainer meerdere dagen bij de teams aan en ondersteunde hen om Krachtwerk in te zetten in de uitvoering van hun dagelijkse werk. Daarnaast woonden de begeleiders een tweetal verdiepende sessies bij over wat het leven in armoede inhoudt en wat het met mensen doet.
Krachtwerk
Krachtwerk is een basismethodiek gericht op mensen die tijdelijk of langdurig de greep op hun leven zijn kwijtgeraakt. De methodiek is ‘goed onderbouwd’ volgens de databank Effectieve Sociale Interventies (Wolf & Jonker, 2021), vindt haar oorsprong in het Amerikaanse Strengths Model van Rapp en Goscha (2012) en is wetenschappelijk gefundeerd in het theoretisch kader van sociale kwaliteit (Wolf & Jonker, 2020). Wat Krachtwerk beoogt, is mensen ondersteunen bij hun herstel en het verbeteren van hun kwaliteit van leven. Krachtwerk helpt ervaringsdeskundigen en professionals te focussen op de krachten en mogelijkheden van inwoners zodat zij weer kunnen meedoen, erbij horen, ertoe doen en zichzelf kunnen zijn.
Bij Krachtwerk is er aandacht voor de bestaansvoorwaarden, verbindingen met anderen, toegang tot rechten, hulpbronnen en instituties, en voor gezondheid en zelfregulering.
Begeleiders gaan met inwoners na wat hun krachten en hulpbronnen zijn, wat zij het meest belangrijk vinden in hun leven en wat zij wensen voor de toekomst. Hierbij is er aandacht voor hun bestaansvoorwaarden (wonen, inkomen, werken en leren, vrije tijd en het gevoel van veiligheid); verbindingen met anderen (positieve relaties met partner, kinderen, familie, vrienden, etc.); toegang tot rechten, hulpbronnen en instituties (contact met organisaties, gebruik maken van hulp en steun waar mensen recht op hebben, zoals zorg en toeslagen); en hun gezondheid en zelfregulering (dagelijkse activiteiten kunnen uitvoeren, gevoel van controle, omgaan met tegenslagen). Uit deze inventarisatie vloeit uiteindelijk een beperkt aantal lange-termijn doelen waar de mensen voor willen gaan en in de ondersteuning aan willen werken.
Drie delen
Een krachtgericht begeleidingstraject bestaat uit drie delen: focusbepaling, uitvoering en evaluatie. Deze delen staan afwisselend op de voorgrond en volgen elkaar telkens opnieuw op. De krachten en hulpbronnen van mensen inventariseren, lange-termijndoelen stellen en deze opknippen in kleine, haalbare acties, zoals hierboven beschreven, zijn onderdelen van de focusbepaling. Hierbij zetten begeleiders het Krachtkompas in, dat de krachten en hulpbronnen van inwoners om mee te doen, erbij te horen, ertoe te doen en zichzelf te zijn in kaart brengt, en het Actieplan, een werkagenda van inwoners die per lange-termijn doel aangeeft wie wanneer welke acties uitvoert.
Andere taken die begeleiders in deze fase uitvoeren en minstens zo belangrijk zijn, zijn een werkrelatie opbouwen en inschatten in hoeverre de mensen in hun dagelijkse doen en laten de doelen kunnen waarmaken die zij belangrijk vinden. Het begeleidingstraject schakelt dan door naar de uitvoeringsfase, waarin de begeleider inwoners ondersteunt bij het bereiken van de gekozen doelen, en in de gaten houdt hoe het hiermee gaat. Wanneer deze doelen zijn bereikt, evalueren ze samen het begeleidingstraject en beslissen ze voor bijstelling of afronding van het traject. In het laatste geval zorgt de begeleider altijd voor een ‘warme overdracht’ en een goed afscheid, met een gepast ritueel en persoonlijk cadeautje.
Figuur 1. Een krachtgericht begeleidingstraject. Klik om te vergroten.
Kenmerkend aan Krachtwerk is dat begeleiders altijd werken volgens de zes krachtprincipes. Deze zijn weergegeven in Figuur 2. Krachtwerk vertrekt vanuit het principe dat mensen kunnen herstellen van tegenslagen en hun leven kunnen veranderen. Daarnaast kijken begeleiders niet naar de tekortkomingen en problemen van mensen, maar ligt hun focus juist op de krachten van mensen – dat wat zij kunnen, weten, willen, en wie ze zijn – en hun hulpbronnen – dat wat steun en hulp biedt in de eigen leefomgeving. Iemand die failliet ging, is geen schuldenaar maar een ondernemer; en iemand die altijd voor anderen zorgde, is niet werkloos, maar zorgzaam en betrokken.
Ook geeft Krachtwerk mensen controle over het begeleidingstraject, door uit te gaan van de door hen zelf geformuleerde lange-termijn doelen. Een ander belangrijk krachtprincipe betreft de werkrelatie tussen begeleiders en inwoners. Deze vormt de basis van Krachtwerk, en is gestoeld op gelijkwaardigheid, respect, vertrouwen, eerlijkheid, openheid en optimisme. Daarnaast werken begeleiders zoveel mogelijk in de leefomgeving van de mensen en maken zij gebruik van de hulpbronnen hier, bijvoorbeeld door af te spreken in een wijkcentrum en vrienden en familie bij de begeleiding te betrekken.
Figuur 2. Een krachtgericht begeleidingstraject. Klik om te vergroten.
Krachtwerk wordt breed toegepast, bij diverse doelgroepen en in uiteenlopende praktijken, zoals in de maatschappelijke opvang, de forensische zorg, bij vluchtelingenwerk en in sociale wijkteams. Inmiddels gebruiken meer dan 80 organisaties in Nederland Krachtwerk, zowel bij kortdurende als langdurende trajecten. Internationale studies laten zien dat mensen baat hebben bij krachtgerichte en empowerment gerichte interventies (zie bijvoorbeeld Fukui et al., 2012; Saewyc & Edinburgh, 2010).
In een kwalitatieve evaluatie van Krachtwerk bij sociale wijkteams in Nederland, noemden inwoners positieve ontwikkelingen in interpersoonlijke relaties, zelfinzicht, (mentale) gezondheid, persoonlijk functioneren, eigen kracht, autonomie en bij het krijgen van passende ondersteuning, als gevolg van de begeleiding. Zij gaven Krachtwerk gemiddeld een 8,6 (Van Tol et al., 2020). Ook gingen dak- en thuisloze jongeren er met Krachtwerk op vooruit. Zo nam onder meer hun kwaliteit van leven, de mate van autonomie, competentie en veerkracht, en hun tevredenheid met financiën, familierelaties en gezondheid toe, en nam de mate van depressie af gedurende het begeleidingstraject (Krabbenborg et al., 2017). Omdat er echter nog niet helemaal volgens de bedoeling met Krachtwerk werd gewerkt, konden er nog geen harde uitspraken over de effectiviteit van de methodiek worden gedaan. Hiervoor is dus meer onderzoek nodig.
Krachtwerk volgens ervaringsdeskundigen
Monica van Midden en Miranda de Haas, ervaringsdeskundigen op het gebied van armoede en sociale uitsluiting, zijn als consortiumleden bij het project betrokken. Zij volgden de Krachtwerktraining en zijn erg enthousiast over de methodiek en haar positieve benadering.
Krachtwerk zorgt ook voor een nieuw perspectief bij begeleiders.
Miranda: ‘Door de Krachtwerkmethode kun je zelf een instrument zijn voor de ander om meer bewust te worden van zijn of haar potentieel. Door de methode worden mensen zich bewust van hun wensen, verlangens, kwaliteiten en hulpbronnen, die misschien nooit gezien zijn of verdrongen zijn doordat mensen coping mechanismen hebben moeten gebruiken om te overleven.’ Ook leren mensen zichzelf beter kennen en begrijpen, omdat Krachtwerk hen helpt inzien hoe bepaalde zaken in hun leven samenhangen, bijvoorbeeld hoe een gebeurtenis op het ene leefgebied doorwerkt op andere leefgebieden.
Coping als kracht
Krachtwerk zet niet alleen een bewustwordingsproces in gang bij inwoners. Volgens Miranda is één van de belangrijkste lessen van de training juist dat Krachtwerk zorgt voor een nieuw perspectief bij begeleiders: ‘Dat coping mechanismen om te overleven gezien worden als krachten, maakt dat je iemand meer positief benadert. Het ontkracht stigmatisering en vooroordelen of aannames die je zelf mogelijk hebt.’
Monica en Miranda verzorgden daarnaast één van de verdiepende sessies over het leven in armoede voor de begeleiders in het project. ‘Monica en ik hebben in het kort iets verteld over onze achtergrond en eigen ervaringen met armoede en sociale uitsluiting. Dat het veel meer is dan geldgebrek alleen. Ik vond het zelf belangrijk om te vertellen dat armoede een uitkomst kan zijn van ontwrichtende gebeurtenissen in je jeugd, het missen van gezonde spiegels en het niet meekrijgen van essentiële levensvaardigheden.’
Universele thema’s
Daarnaast vertelde ze iets verteld over de collectieve ervaringskennis, ofwel de rode draad in de levensverhalen van mensen die in armoede opgroeien of er later mee te maken krijgen: ‘Het zijn universele thema’s die steeds terugkomen. Denk aan een diepgeworteld gevoel er niet toe te doen, niet van waarde zijn in deze wereld, het alleen hebben moeten doen als kind, geen veilige liefdevolle opvoeding, eenzaamheid en angst.’
Zij vonden het zo belangrijk om begeleiders een inkijkje te geven in het leven in armoede, omdat begeleiders en inwoners elkaars vanzelfsprekendheden en belevingswereld vaak niet begrijpen. Om deze kloof te overbruggen, is volgens Monica en Miranda het allerbelangrijkste om te werken aan een vertrouwensrelatie tussen inwoner en begeleider, zoals Krachtwerk doet.
Onschatbare waarde
Ze benadrukken dat het belangrijk is dat begeleiders oprechte interesse tonen in de mensen, aandachtig naar hen luisteren en goed doorvragen, met een open blik en zonder vooroordelen, zodat zij gezien en gehoord worden. Miranda benoemt: ‘Je zou dan zomaar de eerste persoon in iemands leven kunnen zijn die de ander in zijn verhaal erkent. Dat is van onschatbare waarde.’
Ook belichten Monica en Miranda een ander kenmerk van Krachtwerk, namelijk die van persoonlijk reageren en ervaringsgericht werken. Ze moedigen begeleiders aan om iets over hun eigen ervaringen te delen als dit functioneel is voor het herstel van mensen en zij zich daar comfortabel bij voelen. Ook pleiten ze voor de inzet van ervaringsdeskundigen bij de ondersteuning van mensen in langdurige armoede. Monica refereert hierbij aan Gandhi, die zei: ‘Alles wat je voor mij doet, maar niet met mij, doe je tegen mij.’
De impact van Krachtwerk
De evaluatie van de impact van Krachtwerk op de levens van mensen in langdurige armoede is nog in volle gang. Inmiddels weten we van alle inwoners die meedoen aan de evaluatie hoe het bij de start van het begeleidingstraject met hen ging, hebben we gesprekken gevoerd met inwoners over wat zij van de begeleiding vonden en wat het hen heeft gebracht, en hebben we begeleiders geïnterviewd over hun ervaringen met Krachtwerk. De resultaten van deze onderzoeken zijn eind 2023 beschikbaar. Het antwoord op de vraag of Krachtwerk mensen in langdurige armoede helpt bij het verbeteren van hun kwaliteit van leven, laat dus nog even op zich wachten.
Lincy Scholten, Irene Jonker, Renée de Vet en Judith Wolf waren alle vier betrokken bij het onderzoek. Met dank aan Monica van Midden en Miranda de Haas voor hun bijdrage aan dit artikel.
Literatuur
Baigi, A., Lindgren, E.-C., Starrin, B., & Bergh, H. (2008). In the shadow of the welfare society ill-health and symptoms, psychological exposure and lifestyle habits among social security recipients: A national survey study. Biopsychosocial Medicine, 2(1), 1-7.
De Vet, R., Scholten, L., & Wolf, J. (2021). Interventies voor een doorbraak van chronische stress en armoede [informatieblad]. Nijmegen: Impuls – Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, Radboudumc.
Fukui, S., Goscha, R., Rapp, C., Mabry, A., Liddy, P. & Marty, D. (2012). Strengths model case management fidelity scores and client outcomes. Psychiatric services, 63(7), 708-710.
Krabbenborg, M., Boersma, S., Van der Veld, W., Van Hulst, B., Vollebergh, W., & Wolf, J. (2017). A cluster randomized controlled trial testing the effectiveness of Houvast: A strengths-based intervention for homeless young adults. Research on Social Work Practice, 27(6), 639-652.
Marttila, A., Whitehead, M., Canvin, K., & Burström, B. (2010). Controlled and dependent: Experiences of living on social assistance in Sweden. International Journal of Social Welfare, 19(2), 142-151.
Naper, S. O. (2009). All-cause and cause-specific mortality of social assistance recipients in Norway: A register-based follow-up study. Scandinavian Journal of Public Health, 37(8), 820-825.
Rapp, C., & Goscha, R. (2012). The Strengths Model: A recovery-oriented approach to mental health services. New York: Oxford University Press.
Saewyc, E., & Edinburgh, M. (2010). Restoring healthy developmental trajectories for sexually exploited young runaway girls: Fostering protective factors and reducing risk behaviors. Journal of Adolescent Health, 46, 180-188.
Van Hulst, B., & Hoff, S. (2020). Hoeveel mensen zijn langdurig arm? In Armoede in kaart: 2019. Geraadpleegd op 18 januari 2023 via https://digitaal.scp.nl/armoedeinkaart2019/hoeveel-mensen-zijn-langdurig-arm.
Van Tol, P.C., Jonker, I., & Wolf, J. (2020). Krachtgerichte ondersteuning werkt! Inwoners over Krachtwerk bij de brede toegang in de gemeente Nieuwegein. Nijmegen: Impuls – Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van het Radboudumc.
Wolf, J. (2016). Krachtwerk, methodisch werken aan participatie en zelfregie. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
Wolf, J. R. L. M., & Jonker, I. E. (2020). Pathways to Empowerment: The Social Quality Approach as a foundation for person-centered interventions. International Journal of Social Quality, 19(1), 29-56.
Wolf, J. & Jonker, I. (2021). Krachtwerk, methodisch werken aan participatie en zelfregie: Interventiebeschrijving [Databank Effectieve Sociale Interventies]. Nijmegen: Impuls – Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, Radboudumc.
-
Krachtwerk in de ondersteuning van mensen in langdurige armoede (copy)
Vorige artikel
Warning: Undefined array key -1 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/sociaalbestekpremium.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 965
-
Krachtwerk in de ondersteuning van mensen in langdurige armoede (copy)
Volgende artikel
Warning: Undefined array key 0 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/sociaalbestekpremium.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 928