Leergang expert schuldhulpverlening gaat verbeterd het tweede jaar in (copy)

schuldhulpverlening

Beeld: iStock

Terug- en vooruitblik door drie betrokkenen

Leergang expert schuldhulpverlening gaat verbeterd het tweede jaar in

In het voorjaar van 2019 startte een pilotgroep met een leergang op masterniveau, die schuldhulpverleners opleidt tot expert. Hoe heeft de eerste lichting studenten de opleiding ervaren? Wat levert zij op voor het werkveld in zijn geheel? Hoe worden deze bevindingen vertaald naar de volgende editie?

DOOR Tea Keijl

Deel dit verhaal

‘Dat er een Leergang expert schuldhulpverlening is gekomen, is best bijzonder’, zegt Lennert den Breems. Hij is projectmanager Leven Lang Ontwikkelen aan de Hogeschool van Amsterdam. ‘Wij hebben de opleiding samen met de Hanzehogeschool en Hogeschool Saxion ontwikkeld, in opdracht van Schouders Eronder. Voor zover ik weet is het nog niet eerder gebeurd dat drie hogescholen gezamenlijk een opleiding aanbieden. Vaak speelt er toch concurrentie onderling. Dat is in dit geval aan de kant gezet.’

Vanuit het vakmanschapsprogramma Schouders Eronder (zie kader) werd urgentie gevoeld om een verdiepingsslag aan te bieden aan praktiserende schuldhulpverleners, door de nieuwste wetenschappelijke inzichten te bundelen in een praktijkgericht programma. Alle drie de scholen herkenden die wens en dat resulteerde in deze leergang, die beoogt de inhoudelijke kennis én de professionele vaardigheden te versterken. Hoewel veel schuldhulpverleners de studie Social Work of (voorheen) Sociaal Juridische Dienstverlening hebben afgerond, geldt dat niet voor allemaal. Of, zoals Rob de Bruijn, teamleider bij de Amsterdamse schulphulpverlener Civic Amsterdam, het op vrij directe manier verwoordt: ‘Er is een hysterische wildgroei aan trainingen en trajecten, maar die zijn niet allemaal even goed. Het is eigenaardig dat er überhaupt geen uniforme opleiding tot schuldhulpverlener bestaat. Deze leergang lijkt een interessante stap in de richting van meer uniformiteit.’ De Bruijn is teamleider van Marcel Ruiter, een student van de eerste lichting, die de leergang deze zomer afrondde. De inhoudelijk brede insteek, met kennis uit de juridische, sociaal psychologische en hersenwetenschap, spreekt De Bruijn aan. ‘Schuldhulpverleners zijn geen boekhouders; het is een mensgebonden vak. Het vrij te laten bedrag kan iedereen wel leren berekenen, maar om een goede schuldhulpverlener te kunnen zijn, heb je veel meer informatie nodig. Inzichten uit de gedragseconomie bijvoorbeeld, en uit de neuropsychologie. Goede schuldhulpverleners kunnen reflecteren op hun rol in het zenden en ontvangen van informatie.’

Reflectie

Naast de drie genoemde hogescholen werkte ook het lectoraat Schulden en Incasso van de Hogeschool Utrecht mee aan de opleiding. Lector schuldpreventie en vroegsignalering Tamara Madern was een van de docenten van de opleiding. Zij begint en eindigt het gesprek met dezelfde woorden: ‘Ik zou het heel mooi vinden als steeds meer schuldhulpverleners zichzelf vaker de vraag stellen: Waarom doen we eigenlijk wat we doen? En werkt het wat we doen?’ De reflectieve vaardigheden die bij deze vragen komen kijken, vormen een belangrijk onderdeel van de opleiding. Madern legt uit dat studenten het reflecteren op twee manieren aangeleerd krijgen. ‘Om te beginnen door intervisie. De studenten zelf geven aan dat ze dat heel waardevol vinden. Van medestudenten horen hoe hun werkwijze afwijkt van de aanpak van de eigen organisatie, levert het inzicht dat het dus ook linksom kan, in plaats van altijd rechtsom.’ Als voorbeeld noemt Madern het werkproces dat in veel gemeenten de norm is: de cliënt moet eerst alle documenten aangeleverd hebben en pas daarna kan het traject daadwerkelijk van start. ‘Dat kan ook anders. Een van de studenten start al eerder; ook al zijn er bij wijze van spreken nog maar drie documenten. Of neem de gewoonte om geen huisbezoeken af te leggen. Als je hoort dat een medestudent dat wél doet, kan dat je aan het denken zetten over de eigen aanpak.’ De tweede lijn waarlangs studenten leren reflecteren is die van de wetenschappelijke verdieping. Reflecteren gaat niet alleen over vraagtekens zetten bij de werkwijze, het kan juist ook gaan over het onderbouwen daarvan. Madern: ‘Wetenschappelijke inzichten kunnen helpen om keuzes te onderbouwen. En ze helpen ook vooraf al, bij het maken van keuzes. Daardoor kun je meer methodisch te werk gaan.’

Leiderschap

Er was veel samenhang tussen de modules, waarbij casussen vanuit verschillende kanten werden belicht, vertelt Madern. ‘Neem het voorbeeld van de huisbezoeken. Dan is er aan de ene kant de vraag: in welke gevallen zou dit werken? En aan de andere kant de vraag: hoe krijg ik er ruimte voor om dit te doen? De module Leiderschap in verandering gaat vooral in op die tweede vraag, hoe je als persoon in een organisatie het verschil kunt maken. In die module leren studenten zaken ter discussie te stellen. Vaak zien ze best een oplossing voor de cliënt. Maar bij de uitvoering lopen ze tegen organisatie- en wettelijke regels aan. Hoe kun je dat als uitvoerende bespreekbaar maken? En hoe kun je er invloed op uitoefenen? Daarmee zijn ze aan de gang gegaan. Wat bovendien kan helpen, is het inzichtelijk maken van wat het oplevert. Dat aspect kwam in de module Interventies vormgeven en implementeren naar voren. Weer in relatie tot de huisbezoeken. Gewoonlijk kijkt men alleen naar de tijd aan de voorkant. Dan lijkt huisbezoek meer tijd te kosten. Maar als je door dat huisbezoek complexe situaties veel sneller in kaart hebt, bijvoorbeeld omdat mensen in hun eigen vertrouwde omgeving sneller persoonlijke dingen vertellen, dan kan het uiteindelijk dus tijd opleveren. Om dat inzichtelijk te maken, kunnen ze gebruikmaken van wetenschappelijke kennis.’ Madern gaf deze module Interventies vormgeven en implementeren zelf. Het is bij uitstek een voorbeeld van hoe de opleiding de brug slaat tussen de theorie en de praktijk. Ze maakt het heel concreet: ‘Als je als schuldhulpverlener een presentatie of handboek voor cliënten moet maken, verwerk je daarin vaak zonder nadenken het logo van je organisatie. Ook als dat logo rood is. Maar als je leert dat uit psychologisch onderzoek blijkt dat de kleur rood stressverhogend kan werken op cliënten, dan ga je anders aankijken tegen dat logo en bedenk je misschien een alternatief. In dat soort ogenschijnlijk kleine dingen zit ook de vertaling van wetenschap naar praktijk.’ De kern van deze module vormde een praktijkgerichte opdracht. Studenten moesten daarin een interventie uit de eigen praktijk op papier evalueren. Vervolgens moesten ze voor deze interventie een verbeterplan schrijven en dat in hun eigen praktijk gaan implementeren. ‘Dat bleek erg leerzaam’, vertelt Madern. ‘Het bleek vooral heel bewerkelijk. Want hoe zorg je ervoor dat je je collega’s blijvend enthousiasmeert voor het werken met jouw nieuwe werkmap? Hoe zorg je ervoor dat het voor de cliënt echt gaat leven? En, heel actueel als gevolg van corona: wat blijft erover van de kracht en de bruikbaarheid als de cliënt er alleen nog digitaal in kan werken?’

Door wetenschappelijke inzichten te gebruiken om interventies te verbeteren, zal het werk van de schuldhulpverlener effectiever worden, verwacht Madern. ‘Mensen die in een schuldhulpverleningstraject zitten, worden beter geholpen. Hun schulden worden effectiever opgelost.’

Schuldhulpverleners zijn geen boekhouders; het is een mensgebonden vak

Aanpassingen

Den Breems onderzocht de ervaringen van de vijftien studenten van het pilotjaar. Op basis van dit onderzoek en evaluaties van andere betrokkenen onderging het lesprogramma een verbeterslag. Dan duikt het voorbeeld van de huisbezoeken opnieuw op, want dat raakt aan twee aanpassingen: bij het onderdeel Reflectie en in de module Leiderschap in verandering. Over de eerste verbetering zegt Den Breems: ‘In het komende studiejaar gaan we Reflectie niet meer als afzonderlijke module aanbieden, maar meer integraal verwerken in de andere modules. Het pilotprogramma hebben we toch een beetje vanaf de tekentafel gemaakt. Maar de studenten vonden het op deze manier wat ongrijpbaar, waardoor het een beetje als los zand door de rest van de opleiding weggleed. De studenten gaven zelf aan dat ze dankzij de intervisie meer gingen reflecteren, en mede daarom gaan we die vaardigheden het komende jaar explicieter tijdens intervisiemomenten aanleren. En dat komt dan bij verschillende modules terug.’

De tweede aanpassing, die in de module over leiderschap, betreft vooral de benaming ervan, vertelt Den Breems. ‘We overwegen om die te wijzigen in Verandermanagement. Want daar ging het tijdens dit pilotjaar eigenlijk voornamelijk over: hoe kun je leren verandering in de organisatie op gang te brengen? Studenten zijn erg enthousiast over deze module. Ze vertellen dat ze nu meer initiatief durven te nemen, omdat ze meer iStock schuldhulpverlening sociaalbestek oktober 2020 26 tools in handen hebben om dat gestructureerd te doen. ‘Als ik vroeger iets wilde oppakken, dan wist ik niet hoe ik dat moest doen. Nu voel ik me zelfverzekerder om iets in te brengen.’ Nog een derde aanpassing is door corona ingegeven: meer online bijeenkomsten, in plaats van fysieke. Omdat dat prima bleek te werken, blijft dat deels gehandhaafd in de komende editie, die begin 2021 van start gaat. ‘De studie kost minimaal twintig uur per week. Dat is pittig, geven de studenten zelf ook aan. Dus in die zin helpen de online bijeenkomsten. We proberen een goede balans te vinden daarin, want voor optimale intervisie is elkaar fysiek ontmoeten natuurlijk wel heel waardevol.’

Het professionaliseringsprogramma Schouders Eronder is een samenwerkingsverband tussen Divosa, de Landelijke Cliëntenraad, NVVK, Sociaal Werk Nederland en de VNG. Het programma stimuleert professionals om zich als expert verder te bekwamen in hun vak. De Leergang expert schuldhulpverlening was een van de belangrijkste pijlers van Schouders Eronder. Het pilotjaar bestond uit de volgende modules: Financieel gedrag, Recht, Interventies vormgeven en implementeren, Leiderschap in verandering, Professionele ontwikkeling en intervisie.

Team

Uit het onderzoek onder de studenten kwam over de opleiding in zijn geheel een positief beeld naar voren, vertelt Den Breems. ‘Studenten noemen bijvoorbeeld dat ze nu veel beter zicht hebben op hoe de keten eigenlijk in elkaar zit. Wat doet de gemeente eigenlijk, en wat de gerechtsdeurwaarder?’ Hij ziet aan de reacties van de studenten ook dat de theoretische kennis daadwerkelijk landt in de werkpraktijk. ‘Ze geven aan dat ze de inzichten uit de neuropsychologie nu meer doorvoelen en de cliënt meer empathisch en stress-sensitief kunnen benaderen. Tegelijkertijd werken ze nu meer gestructureerd en methodisch, melden ze.’ Een derde positief punt dat de studenten noemen, is gunstig voor het hele team waarin ze werken, vervolgt Den Breems. ‘Ze vervullen nu meer de rol van senior: ze zijn vraagbaak voor de collega’s, zorgen ervoor dat de werkprocessen beter beschreven zijn en treden coachend op.’ In het verlengde van het doorgroeien naar een senior-rol, dient zich de vraag aan of de leergang gekoppeld zou kunnen worden aan functiedifferentiatie. Dat lijkt Den Breems een positieve ontwikkeling. ‘De beroepsvereniging is daar ook al mee bezig, om onderscheid te maken tussen een junior en een senior schuldhulpverlener. In het licht van doorgroeimogelijkheden qua inhoud en salaris, is dat zeker interessant.’ Teamleider De Bruijn acht het echter niet verstandig of wenselijk dat de opleiding er vooral zou zijn voor junior schuldhulpverleners. ‘Bij Civic werken we al met functiedifferentiatie en Marcel is senior. Maar ook hij werd zeer enthousiast van de opleiding, en raakte erg geprikkeld om verder te kijken dan de dagelijkse dingen. Mij lijkt de opleiding behalve voor ambitieuze enthousiastelingen ook heel geschikt voor schuldhulpverleners die denken dat ze alles wel zo’n beetje weten, die misschien een beetje vastzitten in hun eigen routine.’ De Bruijn maakte zelf al dankbaar gebruik van het innovatieplan dat Ruiter voor de afdeling maakte. ‘Onderdelen daarvan heb ik verwerkt in de stukken voor de aanbestedingsprocedure waar we middenin zitten.’ Op basis van de ervaringen in de pilot, lijkt het er zeer op dat de Leergang expert schuldhulpverlening een gunstige uitwerking heeft op de individuele studenten, en dat ook de teams waarin ze werken er baat bij hebben. Wat is de bijdrage voor de beroepsgroep in zijn geheel? Zou de opleiding een soort standaard kunnen of moeten worden voor het werkveld? En is het masterniveau dan passend?

Om bij het niveau te beginnen: daarover hebben alle drie de gesprekspartners zo hun eigen ideeën. Madern merkt op: ‘Het hoge niveau is goed, maar het sluit wel veel schuldhulpverleners uit. Het is echt zwaar en maar voor enkelen weggelegd.’ Den Breems acht het masterniveau juist wel noodzakelijk: ‘We willen dat de studenten zelf leren analyseren en zelfstandig tot oplossingen komen, daar zit hem precies het verschil tussen master en hbo. Neem bijvoorbeeld de module over recht. Het gaat er niet alleen om dat de studenten de regels kennen, het gaat er vooral om dat ze die leren interpreteren of ter discussie stellen.’ Dat laatste is een kolfje naar de hand van De Bruijn, die vurig wenst dat schuldhulpverleners uit de hoek van het cijfermatige dienstverlening komen. Dat ziet hij nu toch te veel: ‘Bij twijfelachtige bureautjes. Er zou geen enkele schuldhulpverlener meer mogen zijn die de gegevens verzamelt, die door de computer jast en that’s it.’ Om die reden is De Bruijn voorstander van een basisopleiding die de verdiepingsslag met de mensgerichte kennis en vaardigheden in zich heeft. Dat zo’n basisopleiding op masterniveau gegeven zal worden, lijkt hem niet reëel. Hij ziet de Leergang expert schuldhulpverlening vooralsnog ook niet de status krijgen van standaard om in aanmerking te kunnen komen voor de functie van senior. ‘Voor mijn team zal het sowieso geen voorwaarde worden.’ Den Breems ziet desondanks zeker kansen voor het continueren van de leergang op masterniveau, ook na de editie van 2021. Sterker nog, er is ambitie om het programma uit te breiden van één naar twee jaar. ‘Dan ontstaat er ruimte om echt een onderzoek te doen, en dan kan het een volledige masteropleiding worden.’

Een dergelijke opleiding kan al bij vijftien tot twintig studenten rendabel zijn, weet hij. Maar voor echte impact op de beroepsgroep als geheel, en daarmee landelijke dekking voor de mensen met schulden, zijn grotere aantallen nodig. Madern heeft het dan over minimaal vijftig per jaar. Maar: ‘Dat is echt toekomstmuziek.’

Tea Keijl is freelance journalist in het sociaal domein.


    Warning: Undefined array key -1 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/sociaalbestekpremium.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 965
  • Leergang expert schuldhulpverlening gaat verbeterd het tweede jaar in (copy)

    Vorige artikel

    Warning: Undefined array key 0 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/sociaalbestekpremium.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 928
  • Leergang expert schuldhulpverlening gaat verbeterd het tweede jaar in (copy)

    Volgende artikel

Sociaal Bestek is een uitgave van Virtùmedia.

Redactie

Yvet Bommeljé, voorzitter redactie
János Betkó, lid
Margaretha Buurman, lid
Marcel van Druenen, lid
Stan Verhaag, lid
Codrik van de Wetering, lid
Tea Keijl, eindredacteur
Thomas van Roijen, webredacteur
Email

Klantenservice

Virtùmedia
Postbus 595
3700 AN Zeist
+31 (0) 85 040 74 00
Email