Veerkracht: een duwtje in de rug (copy)

maatschappelijke ondersteuning

Foto: iStock/artisteer

Veerkracht: een duwtje in de rug

In 2021 onderzochten Rik Koolma en Karin van Dreven veerkracht in achterstandswijken. Met de groeiende ongelijkheid in Nederland wordt het steeds belangrijker dat bewoners van achterstandswijken veerkrachtig met tegenslagen om kunnen gaan. Het is dus belangrijk zicht te krijgen op welk beleid bijdraagt aan veerkracht, of dit juist belemmert.

DOOR Sophie Koolma, Rik Koolma en Karin van Dreven

Deel dit verhaal

Onder Nederlandse beleidsmakers is veerkracht in achterstandswijken een populair thema. Maar wat houdt veerkracht eigenlijk in? Als uitgangspunt voor hun onderzoek hielden van Dreven en Koolma [1] de volgende omschrijving aan. Veerkracht is meer dan alleen jezelf herpakken na een tegenslag en terugkeren naar je toestand voor de tegenslag. Nee, het draait om hoe je na een tegenslag vooruitgaat doordat je nieuwe vaardigheden hebt waarmee je je kan aanpassen aan je sociale en fysieke omgeving. Tegenslagen en moeilijkheden overwinnen is dus een belangrijk onderdeel van veerkracht. 

Gemeenschappen kunnen een positieve invloed hebben op veerkracht, maar het is dus vooral ook iets wat jezelf doet. Daarom zullen we in de rest van dit artikel spreken van veerkracht in achterstandswijken en niet van veerkracht van achterstandswijken. Veerkracht kan zich voordoen onder een groep mensen (collectieve veerkracht), maar het speelt zich vooral af op persoonlijk niveau (individuele veerkracht). Veerkracht is een proces waar een persoon doorheen gaat. De omgeving heeft hier invloed op. 

Vragen aan experts

De overheid en andere instituties kunnen de veerkracht van een burger zowel positief als negatief beïnvloeden. Welke ingrepen en omstandigheden dragen juist bij aan de veerkracht van bewoners in achterstandswijken? En welke acties dragen juist bij aan de problemen in achterstandswijken? Hoe belemmeren deze acties juist de veerkracht van de bewoners? Dit waren de vragen die Koolma en van Dreven voorlegden aan tien experts.[2] 

De experts verbonden veerkracht vooral aan maatschappelijke vooruitgang: ‘Het is een prachtig woord. Er zit kracht en optimisme in. Er zit ook dynamiek in. Het deukt in en het deukt uit en brengt je verder. Ik gebruik het vaak om dingen uit te leggen. Het helpt om verbindingen te leggen. Maar ook met incasseren.’ Ook heeft veerkracht veel te maken met sociale ongelijkheid. Vaak zijn mensen veerkrachtig in reactie op sociale ongelijkheid. Deze ongelijkheid vormt dan de tegenslag of moeilijkheid die overwonnen moet worden om als individu veerkrachtig te zijn. 

Individueel en collectief

Ongelijkheid neemt in Nederland juist steeds meer toe: ‘De kloof tussen de haves en de have-nots moet kleiner worden en die wordt alleen maar groter.’ Door die groeiende kloof zal een bewoner in een achterstandswijk vaker geconfronteerd worden met tegenslagen en daardoor dus ook vaker veerkrachtig moeten zijn.

De geïnterviewde experts maken in de praktijk het onderscheid tussen individuele en collectieve veerkracht. Bij individuele veerkracht overwint een persoon tegenslagen of moeilijkheden. Bij collectieve veerkracht overwint een groep mensen tegenslagen of moeilijkheden. Binnen in een wijk kan de ene persoon beter omgaan met tegenslagen dan de ander. Maar deze twee vormen van veerkracht beïnvloeden elkaar sterk: ‘Een aantal mensen uit die achterstandswijken een zetje geven betekent dat ze daarna impact kunnen hebben in de groepen waar ze deel van uitmaken.’ 

Gender

Veerkrachtige bewoners die succesvol zijn, willen vaak ook iets te beteken voor hun wijk en anderen helpen ook veerkrachtig te worden. Gender speelt hier ook een rol in. Volgens een deel van de geïnterviewde experts lukt het jonge vrouwen beter om succes te boeken in de maatschappij. 

Dit kun je bijvoorbeeld terugzien in betere prestaties in het hoger beroepsonderwijs (hbo) of wetenschappelijk onderwijs (wo). Hierdoor hebben zij een belangrijke rol binnen achterstandswijken: ‘Die meiden, derde generatie jonge vrouwen. Die zijn belangrijk. Die zitten meer op het hbo dan de jongens. Die gaan mee naar het politiebureau [om te helpen als bijvoorbeeld een broer met politie in aanraking is gekomen].’ 

Lokale initiatieven 

Als je een persoon kunt helpen met veerkrachtig zijn, kan dit dus een positieve invloed hebben op de directe omgeving van die ene persoon. Veerkracht kan zich dus als een olievlek verspreiden. Zo kan beleid dat bijdraagt aan het vergroten van veerkracht een positieve impact hebben op de gehele maatschappij. Maar hoe vergroot je veerkracht precies? 

Het Prachthuis in Overschie, Rotterdam. Dit is een voorbeeld van een laagdrempelige voorziening ter ondersteuning van veerkracht.

Volgens de experts is de kleinschaligheid van beleid op wijkniveau geschikter voor het vergroten van veerkracht dan op landelijk niveau. Veerkracht kan namelijk vergroot worden door lokaal bedachte initiatieven, laagdrempelig sociaal contact en vertrouwen.

De experts benadrukken het belang van initiatieven die in achterstandswijken zelf bedacht worden. Volgens hen spelen dit soort initiatieven beter in op de leefwereld van de bewoners. 

Veerkracht vergroten begint daarnaast vaak bij laagdrempelig sociaal contact tussen mensen. Hierbij hangt sociaal beleid samen met ruimtelijke ordening. Het is namelijk belangrijk dat bijvoorbeeld de gemeente zorgt voor beschikbare plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Een voorbeeld van zo’n plek is Het Prachthuis in de Rotterdamse wijk Overschie. Hier kunnen bewoners elkaar ontmoeten, maar ook in contact komen met maatschappelijke organisaties die in de wijk actief zijn. In een ontspannen sfeer kunnen bewoners vragen stellen over wonen, werken, welzijn, gezondheid, zorg, opleiding, opvoeding en cultuur. 

Dit laat dus zien dat er eerst goed contact met bewoners nodig is, voordat je überhaupt kunt beginnen aan het vergroten van veerkracht. Veerkracht op een sociaal directe manier aanpakken is volgens de experts vaak juist niet effectief. Het gaat dikwijls beter als men bijvoorbeeld eerst samen een kopje koffie drinkt, voordat je veerkracht aankaart. 

Sporten of debateren

Daarnaast is vertrouwen ook belangrijk in het creëren van veerkracht. Bewoners van een wijk moeten bijvoorbeeld eerst een sociaal-maatschappelijk werker vertrouwen voordat die met de bewoners aan het vergroten van hun veerkracht kan werken. Volgens de experts hebben juist lokale initiatieven en projecten de meeste positieve impact in het vergroten van veerkracht. Zij stellen dat een klein duwtje vanuit de eigen omgeving vaak beter helpt dan bijvoorbeeld blauwdrukken en een vanachter het bureau bedachte aanpak. 

In het vergroten van veerkracht onder jongeren is het ook belangrijk dat er specifieke activiteiten en projecten zijn die jongeren aantrekt, zoals samen sporten of debatsessies met politici of ambtenaren. Het sporten is een laagdrempelige manier om jongeren te trekken. Door dit bijvoorbeeld te combineren met een gesprek met een politicus leren jongeren meer over de politiek en maatschappij, maar ook kunnen zij de problemen in hun wijk direct met een politicus bespreken. 

Duurzaam sociaal beleid

Veerkracht vraagt om duurzaam sociaal beleid. Dit is sociaal beleid dat op de lange termijn positieve impact heeft op bijvoorbeeld individuele en collectieve veerkracht. Je wilt namelijk niet dat een persoon of een groep mensen door een nieuwe, onverwachtse tegenslag terug wordt gezet in zijn of haar ontwikkeling. Als je wilt dat er een blijvende verbetering is, is het juist belangrijk dat individuen of groepen mensen op de lange termijn veerkrachtig kunnen blijven. 

 

Welzijnsorganisaties zijn eerder in competitie met elkaar dan dat zij samenwerken.

Volgens een deel van de experts is er weinig aandacht voor duurzaam sociaal beleid vanuit de overheid of gemeente. Ook merken zij op dat lokale overheidsinstanties meer moeite hebben met zich een voorstelling maken van het leven in achterstandswijken. Dit belemmert deze instanties duurzaam sociaal beleid te kunnen bedenken. Individuele verschillen in de problemen van wijkbewoners zoals hun sociale omgeving, levensverhalen en persoonlijkheidstrekken worden namelijk onvoldoende meegenomen in het beleidsframe dat de overheidsinstanties hanteren. 

Beleidsframe

De geïnterviewde experts geven aan dat het hanteren van een beleidsframe overheidsinstanties belemmert goed te kunnen inspringen op de individuele verschillen onder de bewoners in achterstandswijken. Een overheidsinstantie kan bijvoorbeeld iedere bewoner aanraden om hulp te zoeken in hun sociale netwerk. Maar dit advies houdt geen rekening met dat een deel van de bewoners geen of een zwak sociaal netwerk heeft.

Meerdere experts geven aan dat de competitie die er nu tussen welzijnsorganisaties bestaat, samenwerking en duurzaam sociaal beleid op het gebied van veerkracht belemmert. ‘Heel veel organisaties zien elkaar als een concurrent,’ vertelt een expert. Die competitie komt voort uit dat welzijnsorganisaties vooral gefinancierd worden door middel van aanbestedingen en contracteren. De experts geven aan dat welzijnsorganisaties eerder in een competitie zijn met elkaar dan dat zij samenwerken om veerkracht op de lange termijn te vergroten. Welzijnsorganisaties krijgen ook te maken met een uitgebreid bureaucratisch systeem. Als sociaal-maatschappelijk werker moet je dus ook bureaucratisch competent zijn om überhaupt een project of organisatie van de grond te krijgen. 

Belemmeringen voor veerkracht 

Volgens de experts zijn er verschillende factoren die een negatieve invloed hebben op de veerkracht van mensen in achterstandswijken: ongelijkheid in onderwijs, een problematische relatie met de politie en een gebrek aan vertrouwen in overheidsinstanties door bewoners. Vanuit de overheid en gemeente zou er daarom meer aandacht voor deze belemmeringen moeten zijn. 

Er is een sterke ongelijke verdeling in toegang tot goed onderwijs in achterstandswijken. Wat hier een grote rol bij speelt, is hoe leerlingen in achterstandswijken worden beoordeeld ten opzichte van leerlingen buiten de achterstandswijken. Als je uit een achterstandswijk komt, word je gemiddeld lager beoordeeld door leraren. Dit zie je bijvoorbeeld terug in het schooladvies dat leerlingen krijgen aan het einde van de basisschool. 

Negatieve invloed

Daarnaast hebben ouders met een hoger inkomen ook meer geld voor bijlessen voor hun kinderen. Dit draagt dan ook bij aan ongelijkheid in onderwijsniveau. Volgens een expert horen leerlingen uit achterstandswijken ook vaker van docenten dat zij het toch niet ver zullen schoppen. Dit heeft een negatieve invloed op het zelfvertrouwen van deze leerlingen. Scholen in achterstandswijken hebben ook vaker te maken met personeelstekorten en ook met personeel met lagere kwalificaties. 

De experts geven aan dat de rol van de politie in achterstandswijken geregeld niet bijdraagt aan de veerkracht in deze wijken. De negatieve relatie tussen politieagenten en jongens is in deze wijken vaak een groot probleem. Daarnaast is er ook dikwijls sprake van een groot wantrouwen naar andere overheidsinstanties onder bewoners. 

Per definitie fraudeur

De nasleep van de kindertoeslagaffaire zorgt er bijvoorbeeld voor dat mensen met een buitenlandse afkomst en een laag inkomen bang zijn om toeslagen waar zij recht op hebben aan te vragen. In interacties met gemeenteambtenaren ervaren zij een groot wantrouwen. Vaak wordt er namelijk automatisch van uitgegaan dat de burger een fraudeur is. Het is alleen maar logisch dat men bang is voor negatieve gevolgen van dit soort gesprekken met gemeenteambtenaren bij het aanvragen van toeslagen. 

 

Het is dus belangrijk dat beleidsmakers meer inspelen op de verschillen in veerkracht.

Door de debatten op sociale media is de ervaring van discriminatie vergroot. Het wantrouwen vanuit overheidsinstanties maakt mensen wantrouwend naar alle instanties in het algemeen. Volgens de experts voedt etnisch profileren jongens in hun overtuiging dat zij constant blootstaan aan discriminatie. Volgens een expert draagt het gevoel dat de maatschappij hen in de steekt heeft gelaten, zelfs bij aan drugsgebruik en crimineel gedrag onder jongeren.

Tips voor beleidsmakers

Koolma en van Dreven adviseren beleidsmakers en de overheid onder andere beleidskaders los te laten, meer duurzaam sociaal beleid te maken, het wantrouwen onder de burgers te proberen te herstellen en onnodige bureaucratische stappen te verwijderen.

Volgens de geïnterviewde experts denken de gemeente en overheid vaak in beleidskaders als het gaat over veerkracht. In deze beleidskaders wordt er vanuit gegaan dat alle bewoners in achterstandswijken veerkrachtig kunnen zijn. 

Maar in de werkelijkheid is niet elke bewoner even veerkrachtig. Het is dus belangrijk dat beleidsmakers meer inspelen op de verschillen in veerkracht. Bewoners die hun tegenslagen kunnen overwinnen en dus veerkrachtig zijn, hebben vaak een grote behoefte om terug te geven aan hun wijk. Beleidmakers kunnen hiervan profiteren door deze veerkrachtige bewoners in te zetten als vrijwilligers bij initiatieven die veerkracht kunnen vergroten. Maar ze kunnen ook beroep doen op hen voor ideeën om de veerkracht te vergroten, omdat zij uit eigen ervaring kunnen vertellen wat hun belemmerde in succesvol en veerkrachtig te worden.

Overwinnen problemen

Daarnaast is het belangrijk dat er meer aandacht komt voor duurzaam sociaal beleid. Vanuit de overheid en gemeente ligt de nadruk vooral op het bieden van kansen aan bewoners in achterstandswijken. Maar er wordt te weinig gekeken naar het overwinnen van hun bestaande problemen. Als je kijkt welke problemen er daadwerkelijk zijn en die helpt op te lossen, zorg je ervoor dat mensen op de lange termijn deze problemen te boven kunnen komen. En daarmee heb je daadwerkelijk duurzaam sociaal beleid. 

Vertrouwen opbouwen met bewoners is belangrijk in hoe succesvol projecten gericht op veerkracht zijn. Door als beleidsmakers samen te werken met organisaties uit de achterstandswijken, kun je wellicht meer bereiken omdat de bewoners die organisaties al vertrouwen. Daarnaast is er onder bewoners in achterstandswijken vaak wantrouwen naar overheidsinstanties. Het is daarom belangrijk dat dit soort instanties het gesprek aangaan met bewoners over hoe ze dit vertrouwen kunnen herstellen. Wellicht helpt het om hierin samen te werken met welzijnsorganisaties die de bewoners al vertrouwen.

Financiële onzekerheid

Hierbij is het belangrijk dat deze organisaties in hun werk minder belemmerd worden door onnodige bureaucratie. Door die te verwijderen zijn er vervolgens minder drempels bij het opzetten van nieuwe initiatieven en projecten. Daarnaast is er onder welzijnsorganisaties competitie en concurrentie. Dit belemmert dat welzijnsorganisaties met elkaar samenwerken om de veerkracht in achterstandswijken te vergroten. 

Samenwerken en investeren in duurzaam sociaal beleid leveren de maatschappij meer op dan wanneer er veel concurrentie is onder welzijnsorganisaties. De concurrentie wordt vooral veroorzaakt door voortdurende wisselende contracten. Door te werken met langere contractperioden ervaren welzijnsorganisaties meer financiële zekerheid en wellicht dat zij daardoor minder in competitie met elkaar hoeven te gaan.

 

Sophie Koolma is afgestudeerd als sociaal-cultureel antropoloog. Rik Koolma is onderzoeker en adviseur op het gebied van wonen. Karin van Dreven is bestuurder van een woningcorporatie en onderzoeker.  

Noten

[1]  Koolma, H. M., & van Dreven, C. F. (2021). An Explorative Perspective on the Resilience in Neighborhoods in the Netherlands. In Sustainable Housing. IntechOpen.

[2 Koolma en Van Dreven interviewden tien experts die werken of gewerkt hebben bij welzijnsorganisaties, woningcorporaties, de overheid of de gemeente o.a. op het gebied van duurzaamheid, sociale zaken en wijkaanpak.

Meer lezen in de rubriek maatschappelijke ondersteuning?


    Warning: Undefined array key -1 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/sociaalbestekpremium.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 965
  • Veerkracht: een duwtje in de rug (copy)

    Vorige artikel

    Warning: Undefined array key 0 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/sociaalbestekpremium.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 928
  • Veerkracht: een duwtje in de rug (copy)

    Volgende artikel

Sociaal Bestek is een uitgave van Virtùmedia.

Redactie

Yvet Bommeljé, voorzitter redactie
János Betkó, lid
Margaretha Buurman, lid
Marcel van Druenen, lid
Stan Verhaag, lid
Codrik van de Wetering, lid
Tea Keijl, eindredacteur
Thomas van Roijen, webredacteur
Email

Klantenservice

Virtùmedia
Postbus 595
3700 AN Zeist
+31 (0) 85 040 74 00
Email