Verschillen in (gezonde) levensverwachting tussen welvaartsgroepen (copy)

Thema gezondheidsverschillen

iStock/Thitaree Sarmkasat

Verschillen in (gezonde) levensverwachting tussen welvaartsgroepen

In 2021 was de gemiddelde levensverwachting bij de geboorte voor mannen bijna 80 jaar, voor vrouwen 83 jaar. De gemiddelde gezonde levensverwachting was gelijk voor mannen en vrouwen; ruim 65 jaar. De (gezonde) levensverwachting is echter ongelijk verdeeld tussen welvaartsgroepen. Maar hoe groot zijn deze verschillen? Het CBS onderzocht dit. 

DOOR Kim Knoops en Jan-Willem Bruggink

Deel dit verhaal

Al in de negentiende eeuw was bekend dat de sterfte in de arme buurten van Amsterdam 55 procent hoger lag dan in de meer welvarende buurten. Recenter onderzoek, dat vooral in rijke westerse landen is uitgevoerd, wijst eveneens uit dat de welgestelden een betere gezondheid rapporteren en een hogere levensverwachting hebben.[1] 

Een belangrijke doelstelling van het Nederlandse gezondheidsbeleid is het terugdringen van gezondheidsverschillen in de samenleving. De in 2019 door het kabinet goedgekeurde centrale missie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is dat in 2040 alle Nederlanders ten minste vijf jaar langer in goede gezondheid leven en dat de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaaleconomische groepen met 30% zijn afgenomen.[2] 

Operationalisering

Maar hoe groot zijn deze verschillen in gezonde levensverwachting naar sociaaleconomische groepen op dit moment? Op basis van de combinatie van enquêtegegevens over gezondheid en integrale gegevens over bevolking, inkomen en vermogen onderzocht het CBS de verschillen tussen sociaaleconomische groepen. Sociaaleconomische status kan op verschillende manieren worden geoperationaliseerd. In dit artikel zal de focus liggen op welvaartsgroepen, maar er zal ook worden ingegaan op het gestandaardiseerd huishoudinkomen en onderwijsniveau.  

 

Vrouwen in de hoogste welvaartsgroep hadden een gemiddelde levensverwachting van 86 jaar tegen 78 jaar in de laagste welvaartsgroep.

De welvaart van een huishouden (en de huishoudensleden) is gebaseerd op een maat die informatie bevat over zowel het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen als het vermogen van huishoudens. De van huishoudens naar het cumulatieve aandeel van hun inkomen ten opzichte van de som van alle inkomens alsmede naar het cumulatieve aandeel van hun vermogen ten opzichte van de som van alle vermogens zijn hierbij het uitgangspunt, waarbij vervolgens de gerangschikte huishoudens zijn verdeeld in vijf (in welvaart oplopende) kwintielgroepen (vijf groepen van 20 procent).[3]  

Mannen

In de periode 2017 tot en met 2020 was de levensverwachting bij geboorte voor mannen uit de hoogste welvaartsgroep gemiddeld 83 jaar, tegen gemiddeld 74 jaar voor de laagste welvaartsgroep. Een verschil van 9 jaar. Vrouwen in de hoogste welvaartsgroep hadden een gemiddelde levensverwachting van 86 jaar tegen 78 jaar in de laagste welvaartsgroep, een verschil van 8 jaar.   

In iedere welvaartsgroep hadden vrouwen een hogere levensverwachting dan mannen. Voor zowel mannen als vrouwen nam de levensverwachting toe met toenemende welvaart.

Bovenaan de welvaartsladder 

De meest welvarende mensen leven niet alleen langer, ze brengen ook een groter deel van hun leven door in goede gezondheid. De levensverwachting in goede gezondheid bij geboorte was 49 jaar voor mannen in de laagste welvaartsgroep, tegenover 74 jaar voor de meest welvarende mannen (25 jaar verschil). Voor vrouwen was dit achtereenvolgens 49 jaar en 72 jaar (23 jaar verschil). Hoewel vrouwen gemiddeld dus langer leven dan mannen, brengen ze meer jaren door in minder goede gezondheid.

Voor levensverwachting in goede gezondheid wordt in dit artikel de ‘levensverwachting in als goed ervaren gezondheid’ gebruikt[4], waarbij ervaren gezondheid in de Gezondheidsenquête is gemeten aan de hand van de vraag ‘Hoe is over het algemeen uw gezondheid?’ Daarbij werden de antwoorden ‘goed’ en ‘zeer goed’ samengevoegd tot ‘gezond’. De antwoorden ‘gaat wel’,  ‘slecht’ en ‘zeer slecht’ vormen samen de categorie ‘ongezond’. Cijfers over levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen en levensverwachting zonder psychische klachten (MHI-5) naar welvaartsgroepen zijn beschikbaar op StatLine.[4]

Grafiek 1. Klik om te vergroten.

65-jarigen 

Niet alleen bij geboorte zijn er welvaartsverschillen in (gezonde) levensverwachting, ook op hogere leeftijd bestaan er verschillen.  Zo was de levensverwachting voor 65-jarigen in de periode 2017/2020 voor mannen in de hoogste welvaartsgroep bijna 21 jaar tegen ruim 16 jaar in de laagste welvaartsgroep. Voor vrouwen was dat ruim 23 in de hoogste welvaartsgroep tegen bijna 19 jaar in de laagste welvaartsgroep. Voor zowel mannen als vrouwen dus een verschil van meer dan 4 jaar. 

De levensverwachting in goede gezondheid was voor mannen in de hoogste welvaartsgroep twee keer zo hoog dan onder de laagste groep; 16 tegen 8 jaar. 

De lagere levensverwachting van de minst welvarende 65-jarige mannen bestaat daarmee voor ongeveer de helft uit ongezonde jaren, terwijl de hogere levensverwachting van de meest welvarende mannen van die leeftijd voor ongeveer een kwart uit ongezonde jaren bestaat. 

Voor vrouwen bedroeg het verschil in gezonde levensverwachting tussen de hoogste en laagste welvaartsgroep 7 jaar.

Grafiek 2. Klik om te vergroten.

Vrouwen bovenaan de inkomensladder

Als voor de periode 2017 tot en met 2020 alleen naar gestandaardiseerd besteedbaar inkomen wordt gekeken en vermogen dus buiten beschouwing wordt gelaten, zijn er ook verschillen in (gezonde) levensverwachting. De levensverwachting bij geboorte van mannen in de laagste inkomensgroep is bijna 9 jaar korter dan die van mannen in de hoogste inkomensgroep.[4] 

Ook hier waren voor gezonde levensverwachting de verschillen nog groter: zo’n 23 jaar verschil tussen de laagste en de hoogste inkomensgroep. Voor vrouwen was het verschil in levensverwachting tussen de hoogste en laagste inkomensgroep bijna 7 jaar. Voor gezonde levensverwachting was dit verschil bijna 22 jaar. Ook op 65-jarige leeftijd waren er verschillen in (gezonde) levensverwachting tussen  inkomensgroepen, vergelijkbaar met de verschillen tussen welvaartsgroepen.[4] 

Hoogopgeleide mannen 

Een andere maat voor sociaaleconomische status is het onderwijsniveau. De gemiddelde (gezonde) levensverwachting in de periode 2017 tot en met 2020 varieerde ook sterk tussen opleidingsniveaus.[5] Het verschil tussen hoog- en laagopgeleide mannen in gezonde levensverwachting bij de geboorte bedroeg bijna 15 jaar. De levensverwachting van hoogopgeleide mannen lag bijna 6 jaar hoger dan die laagopgeleide mannen. 

Bij vrouwen was hetzelfde patroon te zien: hoogopgeleide vrouwen leven gemiddeld 15 jaren langer in goede gezondheid en hun levensverwachting was ruim 4 jaar hoger dan bij laagopgeleide vrouwen. Ook op 65-jarige leeftijd zijn er nog verschillen in gezonde levensverwachting naar opleidingsniveau. Voor (gezonde) levensverwachting naar onderwijsniveau zijn cijfers beschikbaar vanaf de periode 2007 tot en met 2010.[6] In de periode van 2007/2010 tot de periode 2017/2020 zijn de verschillen tussen laagopgeleiden en hoogopgeleiden niet noemenswaardig veranderd. 

Grafiek 3. Klik om te vergroten.

Tot besluit

Het eerste deel van de Centrale missie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is dat alle Nederlanders in 2040 tenminste 5 jaar langer in goede gezondheid leven. Bij een levensverwachting in goede gezondheid van 64 jaar in verslagjaar 2019 [6], betekent dit dat deze 69 jaar moet zijn in 2040. In 2021 [7] was de levensverwachting in goede gezondheid met 65,2 jaar iets hoger dan in 2019.

Het tweede deel van de Centrale missie is dat de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaaleconomische groepen met 30% zijn afgenomen in 2040. Het verschil in levensverwachting in goede gezondheid tussen lager en hoger opgeleiden was 13,5 jaar in de periode 2015 tot en met 2018 (de recentste periode beschikbaar in 2019). Als dit verschil in 2040 met 30% moet zijn afgenomen dan betekent dat het verschil in gezonde levensverwachting tussen lager en hoger opgeleiden in 2040 maximaal 9.5 jaar mag zijn.[6] Gemiddeld over de periode 2017 tot en met 2020 was het verschil tussen lager en hoger opgeleiden niet (statistisch significant) verschillend met de periode 2015 tot en met 2018. Wanneer men naar welvaart of inkomen kijkt als indicator voor sociaaleconomische status zijn de verschillen tussen de hoogste en laagste groepen groter dan voor opleiding in de periode 2017 tot en met 2020.  

Kim Knoops en Jan-Willem Bruggink zijn wetenschappelijk medewerker bij het Centraal Bureau voor de Statistiek.


    Warning: Undefined array key -1 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/sociaalbestekpremium.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 965
  • Verschillen in (gezonde) levensverwachting tussen welvaartsgroepen (copy)

    Vorige artikel

    Warning: Undefined array key 0 in /var/hpwsites/u_twindigital_html/website/html/webroot/sociaalbestekpremium.nl/wp-content/plugins/diziner-core/lib/TwinDigital/Diziner/Core/Post.php on line 928
  • Verschillen in (gezonde) levensverwachting tussen welvaartsgroepen (copy)

    Volgende artikel

Sociaal Bestek is een uitgave van Virtùmedia.

Redactie

Yvet Bommeljé, voorzitter redactie
János Betkó, lid
Margaretha Buurman, lid
Marcel van Druenen, lid
Stan Verhaag, lid
Codrik van de Wetering, lid
Tea Keijl, eindredacteur
Thomas van Roijen, webredacteur
Email

Klantenservice

Virtùmedia
Postbus 595
3700 AN Zeist
+31 (0) 85 040 74 00
Email